Fotografie voor beginners
De inhoud van deze website wordt niet meer bijgewerkt. Lees hier meer.

Diafragma – Wat is het?

Het diafragma is een vast onderdeel in elk objectief. Een diafragma wordt gevormd door lamellen. Die lamellen kunnen bewegen. De positie van de lamellen bepaald hoeveel licht er geblokkeerd wordt en hoeveel er wordt doorgelaten. Vanuit de camera gaat een signaal naar het objectief wanneer een foto wordt gemaakt. Hierdoor weet het objectief in welke positie de lamellen moeten staan.

Aan de positie van de lamellen wordt een f-getal toegekend. Het f-getal is een indicatie van de positie van de lamellen en de overgebleven opening. Zo weet jij als fotograaf hoe groot de opening is tussen de lamellen.

In de afbeelding hieronder staan een aantal posities van de lamellen met daarbij een toegekend f-getal.

Bij elke verdubbeling van het f-getal kan er 50% minder licht door het diafragma.
Bij elke toename van het f-getal kan er 50% minder licht door het diafragma. © Exposure Guide

Wat wordt er bedoeld met het diafragma?

Met het diafragma wordt de oppervlakte van de opening bedoeld die overblijft wanneer de lamellen naar binnen schuiven. Deze lamellen vormen samen het diafragma.

Door het diafragma gaat het licht wat op de sensor terecht komt. Dit zal uiteindelijk de foto worden die je maakt.

Aan de grootte van het oppervlakte van het diafragma is een waarde gekoppeld, namelijk het f-getal. Het f-getal wordt verderop in het artikel toegelicht.

De rode pijl geeft het diafragma aan:

De rode pijl geeft aan wat het diafragma is.
De rode pijl geeft aan wat het diafragma is.

Het verband tussen f-getal en het diafragma

Wanneer het f-getal in waarde toeneemt, wordt het oppervlakte van het diafragma gehalveerd ten opzichte van het vorige f-getal. Wanneer het f-getal in waarde afneemt, verdubbelt de oppervlakte van het diafragma ten opzichte van het vorige f-getal.

Elke toename van het f-getal zorgt voor een halvering van de hoeveelheid licht wat door het diafragma kan ten opzichte van het vorige f-getal (zie f-stops).

Andersom staat elke afname van het f-getal voor een verdubbeling van het oppervlakte van het diafragma ten opzichte van het vorige f-getal.

Hoe het diafragma in de praktijk wordt uitgelegd

In de praktijk wordt dit als volgt uitgelegd:

Wanneer je veel licht door wil laten, dan moet je een laag/klein f-getal kiezen. Wil je weinig licht doorlaten, dan moet je een hoog/groot f-getal kiezen.

Deze uitleg is van toepassing wanneer je een effect in een foto wil creëren. Denk bijvoorbeeld aan een onscherpe achtergrond. Lees daar meer over bij het stuk scherptediepte.

Wat het lastig maakt

De tegenstrijdigheid zit hem in het getal en de oppervlakte van het diafragma.

Het f-getal is klein en de opening is groot, of het f-getal is groot en de opening klein.

Wanneer je dat snapt, weet je beter welk diafragma je moet gebruiken in situaties waarin je invloed wil hebben op het eindresultaat.

Onthoudt het volgende:

Wanneer het diafragma kleiner wordt, wordt het f-getal groter. Andersom, wanneer het diafragma groter wordt, wordt het f-getal kleiner.

Opnieuw de afbeelding met het diafragma en het bijbehorende f-getal

Bij elke verdubbeling van het f-getal kan er 50% minder licht door het diafragma.
Bij elke toename van het f-getal wordt 50% meer licht tegengehouden. © Exposure Guide

Je ziet dat het diafragma bij f/2 heel groot is. Er wordt bijna geen licht tegengehouden. Het diafragma van f/8 is veel kleiner. Hierdoor wordt in vergelijking met f/2 veel licht tegengehouden in dezelfde hoeveelheid tijd.

Als je kijk naar het diafragma van f/5.6, dan lijkt die ten opzichte van f/4 niet veel kleiner. Toch is het oppervlakte van het diafragma gehalveerd.

Waar zit het diafragma?

In de volgende afbeelding zie je het diafragma van een Canon EF 50mm f/1.8 II.

Diafragma van Canon 50mm f1.8 II objectief. © Wikipedia
Diafragma van Canon 50mm f1.8 II objectief.
© Wikipedia

In de onderstaande afbeelding zie je een grafische doorsnede van het objectief. Je ziet twee horizontale streepjes. Dat is de aanduiding voor waar het diafragma zich bevindt.

De horizontale streepjes duiden de positie van het diafragma in dit objectief aan.
De horizontale streepjes duiden de positie van het diafragma in dit objectief aan. Bron

f-stops

De grootte van het oppervlakte van het diafragma wordt officieel aangeduid in f-stops. Andere benamingen hiervoor zijn:

  • f-getal (wordt op deze site gebruikt)
  • f-waarde
  • diafragmagetal
  • diafragmawaarde

f-stops zijn waarden waarop het diafragma ingesteld kan worden:

  • f/1
  • f/1.4
  • f/2
  • f/2.8
  • f/4
  • f/5.6
  • f/8
  • f/11
  • f/16
  • f/22
  • f/32

Nu zul je misschien denken, er zijn veel meer f-getallen die ik op mijn camera kan instellen. Dat klopt. Camera’s hanteren een fijnere schaal. Afhankelijk van het model camera kan je de verdeling van de stops instellen. Dit kan in 1/2e-stop of 1/3e-stop.

1/2e stops

Bij 1/2e stops is er een tweede stop toegevoegd tussen de hele stops. Het volledige rijtje van 1/2e tussenstops (dikgedrukt is hele stops, schuingedrukt zijn halve stops):

  • f/1
  • f/1.2
  • f/1.4
  • f/1.8
  • f/2
  • f/2.5
  • f/2.8
  • f/3.5
  • f/4
  • f/4.5
  • f/5.6
  • f/6.7
  • f/8
  • f/9.5
  • f/11
  • f/13
  • f/16
  • f/19
  • f/22
  • f/27
  • f/32

1/3e stops

Bij 1/3e stops zijn er een tweede en derde stop toegevoegd tussen de hele stops. Het volledige rijtje van 1/3e tussenstops ziet er zo uit (dikgedrukt is hele stops, schuingedrukt zijn andere stops):

  • f/1
  • f/1.2
  • f/1.4
  • f/1.8
  • f/2
  • f/2.2
  • f/2.5
  • f/2.8
  • f/3.2
  • f/3.5
  • f/4
  • f/4.5
  • f/5
  • f/5.6
  • f/6.3
  • f/7.1
  • f/8
  • f/9
  • f/10
  • f/11
  • f/13
  • f/14
  • f/16
  • f/18
  • f/20
  • f/22
  • f/25
  • f/29
  • f/32

Niet elk diafragma is hetzelfde

Wanneer je twee verschillende objectieven hebt, dan is het diafragma niet gelijk aan elkaar. Toch worden dezelfde getallen gebruikt. Dit heeft met de constructie van het objectief te maken.

Scherptediepte

Groot diafragma

Het diafragma bepaald hoeveel licht er naar de sensor gaat. Als er veel licht is en een groot diafragma (klein f-getal; bijvoorbeeld f/1.8 of f/2.8) dan is de sluitertijd heel kort (snel). De foto wordt dan voor een groot deel heel onscherp omdat de sensor maar heel kort wordt belicht. Vaak is dan alleen (een deel van) het onderwerp scherp, en de rest onscherp.

Deze techniek wordt vaak toegepast bij portretfotografie, macrofotografie en detailopnames zoals de foto hieronder:

Bloem
Diafragma f/1.8, ISO 200, 1/1250 met Canon EF 85mm f/1.8 USM

Klein diafragma

Voor landschapfotografie geldt juist het tegenovergestelde. Omdat alles daar scherp moet zijn is het belangrijk dat er een klein diafragma (groot f-getal; bijvoorbeeld f/22 of f/32) wordt ingesteld. De sensor heeft dan meer tijd nodig om goed belicht te worden en daardoor wordt alles scherper op de foto.

Fjord Noorwegen
Diafragma f/16, ISO 200, 1/60 met Canon EF-S 17-85mm f/4-5.6 IS USM

Conclusie

Zoals je hebt kunnen lezen is het diafragma ingewikkelder dan je misschien van tevoren dacht. Het is een enorm belangrijk onderdeel en het heeft invloed op de scherptediepte en de sluitertijd in combinatie met de ISO gevoeligheid.

Extra informatie

Het diafragma is afhankelijk van de situatie die je wilt fotograferen. Besteed je veel tijd aan landschapfotografie, dan gebruik je vaak een klein diafragma. Maak je graag portretten dan gebruik je vaak een groot diafragma omdat je de aandacht van de kijker niet wil laten afleiden naar de achtergrond.

Je vindt hier meer informatie over een ezelsbruggetje voor het diafragma en hier kun je meer lezen over tips om onbewogen foto’s te maken. Daarbij speelt het diafragma een belangrijke rol!

Mocht je nog meer begrijpelijke achtergrondinformatie willen, dan kan ik je dit artikel aanbevelen.